Archief

Alle gedane producties + affiche en recensie onder elkaar
Plantsoentheater-blnk_uitscht

2007 – Blank Uitschot

Tekst: Eva Keuris
Regie: Sheila Lever en Monique Kuipers
Spel: Mirthe Klieverik, Erol Stuik en Mirjam Hegger

Recensie: (Leidsch Dagblad)
‘Ongeluk als luxe bij het Plantsoentheater’
‘Met eenvoudige middelen creëert schrijfster Eva Keuris een gegeven waarin het spelelement zo dominant is dat je niet meer weet wat je wel of niet moet geloven. De twee jonge acteurs jongleren behendig met de meerduidigheid van de motieven van hun personages. Het door en door verwend- zijn wordt wel uitvergroot, maar niet overdreven. Daar tegenover staat passend introvert spel van moeder Mirjam Hegger’.

Plantsoentheater-Carita

2006 – Carita

Tekst: Gerard van Kalmthout, naar een idee van Sheila Lever
Regie: Gerard van Kalmthout
Spel: Sheila Lever en Steve Hooi

Recensie: (Leidsch Dagblad)
‘Compact stuk bij Plantsoentheater’
Het stuk ontleent zijn zeggingskracht aan de compacte wijze waarop de zoektocht naar het verleden zich ontrolt en tamelijk rechtstreeks naar een ontknoping toe werkt. Het spel is afstandelijk en hevige emoties zijn niet aan de orde. Juist die terughoudendheid komt de zeggingskracht ten goede. Puur maatwerk dat speciaal voor deze spelers in deze setting is gemaakt.

Plantsoentheater-Rembrandt

2005 – Rembrandts Engelen

Tekst: Gerard van Kalmthout
Regie: Gerard van Kalmthout
Spel: Sheila Lever en Renske van der Sluis

Recensie: (uit: Leidsch Dagblad)
Twee vrouwen in Rembrandts leven: Saskia van Uilenburgh en Hendrickje Stoffels. Ditmaal speelt Het Plantsoentheater in één van de schildersateliers in Ars Aemula. Gérard van Kalmthout die dit stuk in opdracht van het Plantsoentheater heeft geschreven, doet een poging de samenkomst van beide vrouwen luchtig te introduceren. Die lichte, soms ironische toon probeert actrice Renske van der Sluis consequent vol te houden. Haar tegenspeelster Sheila Lever is wat strenger en serieuzer van toonzetting.”(uit: Oegstgeester Courant)
‘Fascinerend bezoek van Rembrandts overleden vrouw aan maîtresse’.
Dit prachtige stuk gespeeld in het schildersatelier van Ars Aemula Naturae door Renske van der Sluis en Sheila Lever en geschreven door Gérard van Kalmthout. De vrouwen van Rembrandt praten, verleiden, roddelen, drinken een borrel en merken dat ze veel gemeen hebben. Twee vrouwen, een dode en een jonge levende, wat hebben ze elkaar te vertellen? Wat leveren ze in? Wat delen ze, wat delen ze niet? Een boeiende voorstelling van begin tot eind.

Plantsoentheater-Terreur

2005 – Terreur

Tekst: Jean Claude Grunberg vertaald door Rob Scholten
Regie: Bart Vieveen
Spel: Sheila Lever en Johan van Amerom

Recensie: (Leidsch Dagblad) 
‘Terreur bevredigt naar volle tevredenheid’

Het stuk past uitstekend in de ruimte. Bart Vieveen laat de acteurs geen poging doen om een verslag van een alledaags voorval realistisch te spelen. De dialoog is gestileerd, broeierig; een beetje als een tango. Johan van Amerom en Sheila Lever hebben samen heel wat regie- en acteerervaringen en dat merk je!

Plantsoentheater-Eef&Ad

2004 – Eef & Ad op oorlogspad

Tekst: Bart Vieveen
Regie: Bart Vieveen
Spel: Sheila Lever en Erik Siebel

Recensie: (Oegstgeester Courant)
‘Een realistisch drama in de intimiteit van de huiskamer’
De intieme sfeer van de huiskamer maakt dit drama realistischer dan wanneer je dit gezien zou hebben in de schouwburg. De ambiance is belangrijk. Hoe het zakelijk leider en actrice Sheila Lever steeds weer lukt dit te regelen is wel heel bijzonder. Wij zijn voyeurs van dit familiedrama. Zo voelt het ook. Je kunt onmogelijk weg uit de kamer, de spanning is te snijden, je wilt niets missen. Het spel is fantastisch. Je wordt meegezogen in de ellende van dit pathetische echtpaar.

Plantsoentheater-Anna

2004 – Anna en de Wolvenman:

Tekst: Bart Vieveen
Regie: Bart Vieveen
Spel: Sheila Lever en Erik Siebel

Recensie: (Leidsch Dagblad)
‘Siebel schittert in intrigerend tweeluik Plantsoentheater’

Als Anna & de Wolvenman iets duidelijk maakt, dan is het wel de overvloed aan tegenstellingen en paradoxen die rondom Sigmund Freud hangen. In een- ook technisch hoogst ingewikkelde construcie behandelt het Plantsoentheater twee van zijn fameuze ziektegeschiedenissen.
Een paar angstaanjagende sterke momenten blijven je bij uit het Annaverhaal: de ogen en de wenkbrouwen op het scherm, het suggestieve einde van het vervormde sprookje van Roodkapje, Levers confronterende kleine meisjesgedrag bij het nummer ‘Ich will’ van Rammstein.

Het ‘college’ van de Wolvenman, een schitterende dubbelrol van Erik Siebel in de collegezaal, waarbij hij Levers spel in de andere zaal gebruikt om eens een echte therapeutische sessie te laten zien, is beeldend en humoristisch bovendien. Beide stukken vallen als puzzels in elkaar, worden patiënten van vlees en bloed, krijgen de tegenstellingen en paradoxen in de aanpak van Freud hun fascinerende kracht.